|
Veronica Dénis uit Vught wist niet zo veel over het leven
van haar oudoom Reinier Pijnenburg. Haar jarenlange
zoektocht leverde veel verrassingen op. Deze maand lanceert
zij het boek ‘Reinier Pijnenburg (1884-1968), kunstschilder-
bon vivant’. Die boekpresentatie ging vergezeld van een
tentoonstelling met schilderijen van ‘Ome Rein’ in
Het Vughts Museum in DePetrus in Vught.
Vroeger kwam de Vughtse Veronica
Dénis als klein kind vaak bij ‘Ome Rein’ en tante Gertrude.
Die woonden op Huize Bleijendijk in Vught. ,,Dat was een
heel spannend huis met lange beukenlaan naar het huis toe.
Dat maakte op mij enorme indruk. Net als alle snuisterijen
in dat huis en de schilderijen die Ome Rein maakte. Wij
kwamen daar in de zomer. In de winter waren tante en oom
vaak in het buitenland. Dan was Huize Bleijendijk ook niet
warm te stoken en zochten ze de warmte van het zuiden op.”
"Ome Rein, daar wil ik ook een keer een boek van maken. Dat
is nu klaar"
Veronica Dénis is vormgeefster van boeken. ,,Ik maakte al
allerlei familieboeken. En toen dacht ik, Ome Rein, daar wil
ik ook wat mee. Toen begon de zoektocht. Want Gertrude en
Reinier waren nooit zulke praters. Toen in 2016 in Museum
Slager een tentoonstelling werd gehouden over schilder en
restaurator Arnold van de Laar, kwam ik op het spoor van het
verleden van Ome Rein.”
Dénis verder: ,,In het oude atelier van Van de Laar doken
zeker twintig brieven op. Correspondentie tussen de
schilders Van de Laar en Pijnenburg. Die brieven gingen over
de vroege periode rond en iets na 1900. Toen kwam Ome Rein
voor mij helemaal tot leven.”
"Reinier Pijnenburg was veelschilder"
Dénis is zelf niet zo’n schrijver. Maar met enige hulp van
andere begon ze aan een dik boek om het leven en werk van
deze bijzondere man en zijn vrouw te beschrijven. ,,Ik heb
er nu een paar jaar intensief werk in zitten. Telkens stuit
je door talrijke interviews op nieuwe informatie en nieuwe
schilderijen. Ome Rein was een veelschilder. En niet in
alles een hoogvlieger. Maar hij schilderde wat hij zag.”
Reinier Pijnenburg ging vaak in Sint-Michielsgestel bij de
boeren langs. Die boerenmensen stonden dan model voor zijn
schilderijen. Zoals de Gestelse Pieta den Otter die hij
samen met anderen op het doek zette. Maar ook alle boeren
rond Bleijendijk werden vereeuwigd.
"Hij was een zeer deskundig portretschilder"
,,Zo heeft hij naast portretten ook heel veel interieurs en
exterieurs van boerderijen geschilderd. Daarmee is hij een
echte documentarist ofwel naturalistische schilder. Licht
beïnvloedde zijn werk enorm. Ik ben steeds meer schilderijen
tegengekomen tijdens mijn zoektocht. En ik moet zeggen, hij
was zeer deskundig in portretschilderen.”
Het bleef niet bij Vught en de directe omgeving zoals
Sint-Michielsgestel. Op jonge leeftijd vertrok Pijnenburg
naar Parijs, nadat hij bij Frans Kops in Den Bosch in de
leer was geweest. In Parijs schildert hij vrolijk verder en
krijgt veel opdrachten, zelfs van Amerikanen. Daar leert hij
zijn vrouw Gertrude Pfeifer kennen. In 1915 trouwen ze in
Parijs. Samen trekken ze naar Spanje, om in 1920 terug te
keren naar Vught, waar ze op Bleijendijk gaan wonen.
Buitenlandse reizen naar Marokko en Spanje
,,Ze zijn samen altijd buitenlandse reizen blijven maken.
Ome Rein kon van zijn schilderen leven, ook al zal dat niet
altijd gemakkelijk zijn geweest. De horizon werd verlegd
naar nóg zuidelijker zoals naar Tanger en Marrakech in
Marokko. Ik ben daar zelf ook geweest op plekken die Ome
Rein heeft geschilderd. En het is er nog net zo als toen.
Alsof je door de schilderijen van Reinier loopt. Heel
apart.”
Ook in Volendam en Marken schilderde Pijnenburg
Dénis vervolgt: Maar ook dichter bij huis kom je overal
schilderijen tegen. Zoals in Hotel Spaander in Volendam. In
Marken en Volendam heeft Ome Rein tientallen mensen op doek
gezet. Van Volendamse vissers tot Marker vrouwen in
klederdracht. Erg mooi.”
Boekpresentatie en tentoonstelling
Het boek is nu klaar en met hulp van allerlei fondsen zoals
van Stichting Nationaal Landschap het Groene Woud tot stand
gekomen. Veronica Dénis zorgde zelf voor de vormgeving en de
teksten. Op zondag 19 januari jongstleden werd het boek om 16.00 uur
ten doop gehouden in het Vughts Museum in DePetrus. Dan is
daar ook een tentoonstelling van het werk van Pijnenburg te
zien. Die blijft te kijk staan tot 15 maart 2020.
|
|