|
Op woensdag 30 september mocht PIM mee met reddingboot 'Frans Verkade'
van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) naar de berging van de Engelse bommenwerper die
in de Tweede Wereldoorlog in het Markermeer belandde. De
mannen van de KNRM hadden 12 jaar geleden een stuk metaal
gevonden en laten onderzoeken. Het bleek een onderdeel van
een vliegtuig te zijn en na uitgebreid onderzoek een Britse
Short Stirling. De Rijksoverheid besloot vorig jaar een
aantal neergestorte vliegtuigen te bergen, waaronder deze
door de KNRM Marken gevonden Short Stirling. Gemeente Almere
is de opdrachtgever en het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en het Ministerie van Defensie ondersteunen de berging met
geld en advies. Op 31 augustus is de berging gestart.
PIM ging met de Frans Verkade vanaf het KNRM station op
Marken naar het Blok van Kuffelen met aan boord twee van de
mannen die het eerste stuk van het vliegtuig gevonden
hebben, Hans Vierveijzer en Mathijs Boes. Ze vertelden dat
in 2008 bij een redding het anker van een boot werd gelicht
en daar zat iets bijzonders aan. Ze drukten meteen op de
knop MOB (man overboord) om de locatie vast te leggen. Johan
Graas van Stichting Aircraft Recovery heeft veel gedaan om
te onderzoeken wat het precies was. Ze kwamen tot de
conclusie dat het om de BK710 moest gaan. Ze zochten op wie
de bemanning moest zijn geweest en vervolgens zochten ze de
nabestaanden op. De propeller van het gevonden vliegtuig is
nu onderdeel van een monument op Marken met de namen van de
bemanningsleden.
BK710?
Echter, na het vinden van een
sigarettenblikje met initialen erop die niet bij deze
bemanning kon passen, vond Hans op een online forum iets wat
zijn aandacht trok. Zou het om de BK716 kunnen gaan? En ja,
een van de bemanningsleden kwam overeen met de initialen op
het blikje. Inmiddels zijn de nabestaanden van de bemanning
van de BK710 persoonlijk ingelicht en de nabestaanden van de
bemanning van de BK716 ook gevonden en benaderd.
Bij het Blok van Kuffelen (bij Almere) liggen inmiddels naar
boven gehaalde onderdelen van het vliegtuig, de BK716 dus.
Arie Kappert, majoor bd, medewerker vliegtuigberging
Koninklijke Luchtmacht, vertelde daar dat we niet het idee
moesten hebben dat het vliegtuig daar in zijn geheel op de
bodem lag met de bemanning nog vastgegespt in hun stoelen en
dat het vliegtuig dan in 1x naar boven getild zou worden.
Door de smak op het water is het vliegtuig gebroken en na
ruim 75 jaar in het water moet je goed zoeken naar
menselijke resten. Bij de berging komt van alles naar boven
en alles wordt daar ter plekke gezeefd, tot een grootte van
wel 8 mm. Er wordt goed gekeken of er 7 dezelfde
lichaamsdelen worden gevonden, zoals 7 heupen of
rechterbovenarmen om zo te bepalen of alle 7 bemanningsleden
ook daar aan hun einde zijn gekomen. Het kan namelijk zijn
dat een of meer mensen met een parachute uit het vliegtuig
is/zijn gesprongen. Kapitein Geert Joncker van de
Koninklijke Landmacht vertelde dat het lastig is om te
identificeren welke bemanningsleden gevonden worden.
DNA-materiaal is onbetrouwbaar na zo’n lange tijd in het
water.
We stapten daarna over op de Catharina van Mijdrecht, de 115
jaar oude klipperaak uit Monnickendam van Jos Rodewijk en
Danny Honig. Met dit schip voeren we op de motor met een
waterig zonnetje langs het met boeien afgezette gebied waar
2 bergers bezig waren met de onderdelen uit het water halen
en zeven.
We weten niet hoe lang ze nog bezig zullen zijn voordat alle
onderdelen boven water zijn. En vooral of er stoffelijke
resten zijn gevonden die kunnen aangeven om hoeveel mensen
het gaat. Alle betrokkenen gunnen deze bemanningsleden een
mooie teraardebestelling en een graf dat de nabestaanden
kunnen bezoeken. Ook is er een kunstenares bezig met een
monument. Zodra we weten wanneer en waar dit onthuld wordt,
zullen we dit ook via onze kanalen bekend maken.
Voor de mannen van de KNRM komt er met de berging van het
vliegtuig na 12 jaar een einde aan dit mooie verhaal.
|
|