|
Lokaal eigendom is een
voorwaarde voor het draagvlak voor windenergie, stelt
wethouder Astrid van de Weijenberg van Waterland. De nieuwe
windmolens langs de dijk naar Marken moeten daarom eigendom
worden van de inwoners.
Het Klimaatakkoord gaat ervan uit dat vijftig procent van de
wind- of zonneparken eigendom wordt van de lokale bevolking.
Terecht, want de groei van windenergie die nodig is om te
voldoen aan het Klimaatakkoord stuit op de grenzen van
lokaal draagvlak. Je ziet het op veel plekken in Nederland
misgaan. Boze inwoners in Drenthe. In de Wieringermeer, waar
een paar boeren en een aantal grote bedrijven rijk werden
van de windmolens, ontstond een scheuring in de gemeenschap.
Ook in Waterland leidde een particulier initiatief waarbij
alle baten bij de initiatiefnemer terecht zouden komen tot
onvrede in de buurt.
"De groei van windenergie stuit op de grenzen van lokaal
draagvlak"
Vanwege de uitbreidingsplannen bij de Nes, het begin van de
verbindingsdijk tussen het vasteland en Marken, maken
inwoners zich zorgen over landschappelijke effecten van de
windturbines. Er staan hier al decennia molens, eerst drie,
sinds 2011 twee grotere (65 meter hoog, goed voor 2,3
megawatt). De Nes is opgenomen als zoeklocatie in de
Regionale Energiestrategie 1.0.
Doorslaggevend
De zorgen begrijp ik. Het is het voortdurend zoeken naar een
balans tussen behoud van natuurwaarden en een duurzame
toekomst voor de generaties na ons. Het is dus zoeken naar
een opstelling van windmolens die zo goed mogelijk past in
het landschap. Desondanks verandert het landschap. De grote
vraag is wat de samenleving hiervoor terug krijgt. Hoe
verdelen we naast de lasten ook de lusten? Lokaal eigendom
is daarin doorslaggevend.
In Waterland hebben we ervaring met lokaal eigendom. De
huidige windmolens zijn van
Coöperatie Windenergie Waterland
(CWW). De CWW is opgericht door idealisten die al in de
jaren tachtig de noodzaak zagen om over te schakelen op
hernieuwbare energie. Inmiddels heeft de CWW 650 leden. Het
geld dat leden hebben geïnvesteerd in de windmolens levert
hun een jaarlijkse rente op van gemiddeld zo’n zes tot zeven
procent. De molens wekken stroom op voor zo’n drie- tot
vierduizend huishoudens.
"Hoe verdelen we naast de lasten ook de lusten?"
Minder uitstoot, meer groen
Maar niet alleen de deelnemers aan de coöperatie profiteren.
De CWW doteert ongeveer de helft van de winst aan
Stichting
Duurzaam Waterland. Minder uitstoot, meer groen, is het
motto van deze stichting. Leden en niet-leden kloppen bij de
stichting aan voor subsidie voor isolatie of zonnepanelen.
Dat geldt ook voor maatschappelijke organisaties. Het
zwembad, de speeltuin, het gemeentehuis, de scholen kregen
subsidie voor de zonnepanelen op hun daken. De elf
elektrische deelauto’s die de gemeente rijk is, zijn een
initiatief van de stichting. Dat aantal breidt in snel tempo
uit en steeds meer mensen in Waterland besluiten hun tweede
auto weg te doen. Ook gaat er jaarlijks geld naar
maatschappelijke initiatieven zoals de toneelvereniging.
Uit de Publieksmonitor Klimaat en Energie van Motivaction in
opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat
(2019) blijkt dat zo’n 26 procent van de ondervraagden
bereid is deel te nemen aan een energiecoöperatie.
Overheden spelen een belangrijke rol in het versterken van
de positie van lokale partijen, onder meer door
maatschappelijke randvoorwaarden te formuleren bij het
ruimtelijke beleid. Het streven naar een zo groot mogelijk
aandeel lokaal eigendom legt dus een grote
verantwoordelijkheid bij de lokale volksvertegenwoordigers
en bestuurders. Lokaal eigendom is onontbeerlijk voor lokaal
draagvlak.
VNG Magazine, nummer 13, 11
september 2020
|
|