|
Sinds het Kamerdebat van woensdag 30 september, is breed
draagvlak om te besluiten tot een eenduidig landelijk
advies, voor het dragen van mondkapjes in publieke
binnenruimtes.
Vanaf dat moment geldt het dringende
advies aan
alle mensen vanaf 13 jaar om (niet-medische) mondkapjes te
dragen in
publiek toegankelijke binnenruimtes
zoals:
•
winkels, musea, gemeentehuizen, stations, vliegvelden,
parkeergarages, benzinestations;
•
restaurants, cafés, theaters en concertzalen;
•
bij de uitvoering van contactberoepen, zowel voor de
dienstverlener als de klant.
Het betreft
geen verplichting,
maar is wel een dringend advies.
In een aantal gevallen is het dragen van een mondkapje niet
goed mogelijk. Dit geldt bijvoorbeeld voor mensen die door
een medische reden of andere beperkingen het mondkapje niet
kunnen dragen. Maar ook tijdens het beoefenen van een sport
is het dragen van een mondkapje meestal niet mogelijk.
Mondkapjes
Het gaat hierbij om niet-medische mondkapjes. Medische
mondmaskers zijn uitsluitend bedoeld voor het gebruik in de
zorg. Bezoekers van een publiek toegankelijke binnenruimte
moeten zelf zorgen voor een mondkapje. Van beheerders van
publiek toegankelijke binnenruimtes wordt niet verwacht, dat
hij of zij zijn bezoekers van mondkapjes voorziet. In
overleg met gemeenten wordt gekeken hoe minima kunnen worden
voorzien van mondkapjes. De uitwerking hiervan ligt bij
gemeenten en aangesloten partners. Denk hierbij bijvoorbeeld
aan voedselbanken.
Waar wel,
waar niet
Voor alle publieke en openbare binnenruimtes waarbij men
staand (op een niet aangewezen plek) of lopend verblijft,
geldt het advies om het mondkapje continu te dragen. Voor
locaties waarbij men een vaste plek heeft, zoals in
restaurants of theaters, kan het mondkapje worden afgezet op
de aangewezen plek. Dit altijd mits aan de 1,5 meter norm
kan worden voldaan. Zodra iemand de aangewezen plek verlaat,
bijvoorbeeld voor toiletbezoek, wordt geadviseerd het
mondkapje weer op te zetten.
Voor locaties die deels overdekt zijn en zich deels in de
openlucht bevinden, geldt het advies om mondkapjes te
dragen, voor de gedeelten waar sprake is van een
overkapping. Ten aanzien van locaties die over zowel binnen-
als buitenlocaties beschikken (zoals bijvoorbeeld stations,
maar ook dierentuinen en pretparken) geldt dat wordt
geadviseerd om het mondkapje zo min mogelijk op en af te
zetten, ook als bezoekers zich in de buitenlucht bevinden.
Ditzelfde geldt voor winkelend publiek dat van de ene naar
de andere winkel gaat. Het veelvuldig op- en afdoen van een
mondkapje verhoogt immers het risico op besmetting.
Naleving
Het is aan de beheerder van een publiek toegankelijke
binnenruimte om te bepalen of dit advies wordt overgenomen
en of dit advies onderdeel wordt van de eigen huisregels.
Het is vervolgens ook aan de beheerder om te bepalen of
bezoekers van de binnenruimte gehouden worden aan dit
advies. Indien de beheerder op basis van het advies besluit
tot het voorschrijven van het dragen van een mondkapje bij
betreding van de locatie, is het tevens aan de beheerder om
toe te zien op naleving van dit voorschrift.
Verplichting
In een aantal gevallen geldt er al een mondkapjesplicht. Op
Schiphol zijn een aantal plaatsen aangewezen waar het
gebruik van mondkapjes verplicht is. Dit blijft zo en
verandert niet in een dringend advies. Ook voor het openbaar
vervoer en overig vervoer van A naar B (taxi’s, busjes)
geldt nog altijd een mondkapjesplicht. Dit blijft zo. Voor
de volledigheid geldt in de auto (en ander privé vervoer)
dat: een mondkapje wordt geadviseerd wanneer meerdere mensen
in één autoreizen en zij niet tot hetzelfde huishouden
behoren, tenzij het een vaste chauffeur betreft.
|
|