|
Vermogen van huishoudens in 2019 hoger door eigen woning
Op 1 januari 2019 bedroeg het doorsnee vermogen van
Nederlandse huishoudens 49,8 duizend euro. Dat is 12 duizend
euro meer dan een jaar eerder. De toename komt vooral
doordat woningen in waarde bleven stijgen. Het vermogen is
weer boven het niveau van 2008, het jaar waarin de
financiλle crisis uitbrak. Wanneer de eigen woning buiten
beschouwing blijft, was het vermogen met 15,1 duizend euro
iets hoger dan in 2018. Dat meldt het CBS op basis van
nieuwe cijfers.
Het doorsnee (mediane) vermogen is gelijk aan het middelste
vermogen wanneer de vermogens van alle particuliere
huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt. Dat wil
zeggen dat de helft van de huishoudens meer en de andere
helft minder vermogen bezit.
Een euro in 2019 had wel een andere waarde dan in 2008.
Wordt er rekening gehouden met de prijsontwikkeling, dan is
het doorsnee vermogen nog niet op het niveau van 2008.
Bloemendaal : 381.100
(rijkste)
Beemster : 219.400
Landsmeer : 217.000
Edam-Volendam : 215.000
Waterland : 196.100
Oostzaan : 183.200
Purmerend : 61.200
Landelijke gemiddelde :
49.800
Rotterdam : 6.100
(armste)
Overzicht van alle 255 gemeentes in pdf
Eigen woning belangrijkste bezit
Er waren 7,8 miljoen huishoudens die
samen 2.400 miljard euro aan bezittingen hadden.
Daartegenover stond 870 miljard aan schulden, waardoor het
totale
vermogen in Nederland uitkwam op
1.530 miljard. Prijsstijgingen en -dalingen van woningen
hebben grote invloed op het vermogen van huishoudens. Bijna
6 op de 10 huishoudens hadden in 2019 een eigen woning. De
eigen woning vormde met 60 procent van de bezittingen het
grootste vermogensbestanddeel. Daarna volgen bank- en
spaartegoeden en aanmerkelijk belang. De hypotheekschuld is
de grootste schuldenpost.
Hoogste vermogen bij ouderen
Het vermogen is sterk afhankelijk van de levensfase waarin
een huishouden zich bevindt. Jonge huishoudens met een
hoofdkostwinner tot 25 jaar hebben nauwelijks vermogen,
omdat de meeste mensen dit pas in de loop der jaren
opbouwen. De hoogste vermogens zijn dan ook te vinden bij de
65-plussers. Zij bezitten vaak een eigen woning en hebben
nauwelijks of geen hypotheekschuld meer. Begin 2019 bedroeg
het doorsnee vermogen van 65-plushuishoudens 142,6
duizend euro. Ruim de helft van deze huishoudens had een
vermogen van meer dan een ton en bij 14 procent was dat meer
dan een half miljoen. Slechts 3 procent had een negatief
vermogen. Onder jongere huishoudens kwam een negatief
vermogen vaker voor: onder huishoudens met een
hoofdkostwinner jonger dan 25 jaar was dat 47 procent, van
de 25 tot 45-jarige huishoudens was dat bijna 1 op de 4.
Vermogen naar leeftijd hoofdkostwinner per 1 januari 2019
|
|