|
Het gaat nog niet goed met de besmettingen van
COVID-19-virus in Nederland. Daarom zijn maatregelen van
toepassing, om het virus in te dammen. Op dinsdag 1 december
2020 gaat de
Tijdelijke Wet
Maatregelen COVID-19 voor de
komende drie maanden
in. Hiermee worden de bestaande coronamaatregelen vastgelegd
in wetgeving en krijgen de Tweede en Eerste Kamer meer
betrokkenheid. De wet brengt meer wijzigingen met zich mee.
Per 1 december wordt het verplicht een mondkapje te dragen
in publieke ruimtes. Het mondkapje is vanaf dan verplicht
voor iedereen van 13 jaar en ouder in onder andere winkels,
musea, restaurants en theaters. Voor deze en andere
maatregelen is gekozen, omdat we het coronavirus samen onder
controle willen krijgen.
Ook in het onderwijs (met uitzondering van de basisschool)
moet vanaf 1 december een mondkapje worden gedragen. Het
mondkapje kan af tijdens de les, wanneer iedereen een vaste
zit- of staanplaats heeft. Een docent hoeft geen mondkapje
op in de klas, zolang 1,5 meter afstand gehouden kan worden.
Gym, zang, toneel, dans en bepaalde vormen van
praktijkonderwijs zijn uitgezonderd van de mondkapjesplicht.
Voor contactberoepen geldt de regel zowel voor de klant als
de professional, zoals de kapper of de rijinstructeur. In
het openbaar vervoer was een mondkapje al verplicht, maar
voortaan is dit ook het geval in stations en bij bus- en
tramhaltes.
Een mondkapje moet de neus en mond volledig bedekken en het
moet ontworpen zijn om de verspreiding van virussen tegen te
gaan.
Een spatscherm (faceshield)
bedekt de neus en mond niet volledig, en
mag daarom niet
worden gebruikt als alternatief
voor een mondkapje. Hetzelfde
geldt voor bijvoorbeeld een sjaal of bandana.
De verplichting tot het dragen van een mondkapje geldt niet
voor mensen die vanwege een beperking of ziekte geen
mondkapje kunnen dragen of opzetten. De politie en boa’s
kunnen mensen vragen zelf aannemelijk te maken dat deze
uitzondering voor hen geldt. Dat kan bijvoorbeeld door
medicatie of een kaartje van een cliëntenorganisatie te
tonen, of door een verklaring van een begeleider. Mondkapjes
zijn ook niet verplicht tijdens het sporten, acteren,
muzikale repetities en optredens. Daarnaast hoeft bij het
ondersteunen van doven en slechthorenden of het geven van
interviews op radio en tv geen mondkapje te worden gedragen.
Meer informatie over de
mondkapjesplicht is te vinden op
rijksoverheid.nl/mondkapjes
Zingen in groepsverband
Als gevolg van de nieuwe wet wordt het verbod op zingen en
schreeuwen in groepsverband wordt per 1 december omgezet in
een dringend advies om niet in groepsverband te zingen of te
schreeuwen. Reden hiervoor blijft dat zingen en schreeuwen
een bron van besmettingen zijn, ook als mensen de
coronamaatregelen goed in acht nemen. Dat betekent dat wordt
afgeraden om in groepsverband te schreeuwen of te zingen in
koren of om met meerdere mensen naar zangles te gaan.
Uitzondering daarop zijn kinderen tot en met 12 jaar.
Huishouden wordt hetzelfde adres
Tot nu toe is het zo dat mensen onderling 1,5 meter afstand
moeten houden, tenzij ze een huishouden delen. Vanaf 1
december komt in de nieuwe tijdelijke wet het
begrip huishouden
te vervallen.
Vanaf dan geldt: woon je op hetzelfde adres? Deel je een
voordeur? Dan hoef je onderling geen afstand te houden. Deze
wijziging maakt handhaving door politie, boa’s en andere
handhavers eenvoudiger.
Meer inspraak in besluitvorming
De wet heeft ook gevolgen voor de besluitvorming.
Maatregelen worden niet langer op aanwijzing van de minister
van VWS neergelegd in noodverordeningen. Als het kabinet
maatregelen voorstelt om het coronavirus tegen te gaan,
moeten die worden omschreven in een ministeriële regeling.
Deze regeling moet vervolgens worden voorgelegd aan de
Tweede Kamer en de Eerste Kamer. Dat geeft het parlement de
gelegenheid om de voorgestelde maatregelen goed te
bestuderen en daarover debat te voeren met de betrokken
ministers. Nieuwe maatregelen gaan volgens de nieuwe wet
daarom niet eerder in dan een week nadat ze aan het
parlement zijn toegestuurd. Als de Tweede Kamer tijdens die
week besluit om niet met de regeling in te stemmen, vervalt
deze automatisch en treedt zij dus niet in werking. Bij
acuut gevaar voor de volksgezondheid is het mogelijk om een
spoedprocedure te volgen. Dan treedt de ministeriële
regeling direct in werking en vervalt de regeling
automatisch, als de Tweede Kamer besluit om er niet mee in
te stemmen.
|
|