|
Aflevering
4 van de nieuwe PIM-serie Kerken in Waterland gaat over de
Grote Kerk op Marken. De Grote Kerk en de Patmoskerk
wisselen elkaar af voor de zondagsdienst. Maar verder zijn
beide kerken erg verschillend.
De Grote Kerk is al oud maar nog niet zo oud als de eerste
kerk die op die plek heeft gestaan (1232). Dit is de vierde
kerk op deze plaats en staat er sinds 1904. Hoger dan het
plein, waardoor bij de overstromingen het water in de
‘street’ stond, terwijl de voeten binnen droog bleven. Jaap
Boes vertelt er smakelijk over. De pilaren zijn van
gietijzer en witgepleisterd. Later kregen ze een andere
kleur. De kerk is in de watersnoden gebruikt om mensen
onderdak te geven en het vee te stallen. In de ronding
bovenin de kerk boven het plafond waren onderduikers in de
oorlog. Zowel joden als mensen die opgeroepen waren om te
werken in Duitsland, hebben er verscholen gezeten.
Dominee Klink vertelt over de kleurrijke kerk, met de gele
gordijnen, de gebrandschilderde ramen en de blauwe banken.
Ook het liturgisch centrum komt aan bod. Maar hoe komt hij
zo hoog op de preekstoel? De preekstoel is te bereiken via
een geheimzinnig trapje aan de achterkant. De kroonluchters
en het koperen zwaantje bij het lithurgisch centrum zijn nog
van de 17e eeuw. Het doopvont is gelukkig nog in gebruik
voor de Markense baby’tjes die er worden gedoopt.
De grafstenen laten soms hele familienamen zien, soms alleen
een familieteken. En de graven zijn geruimd zoals bij alle
kerken.
Opvallend zijn de predikantborden, met de namen van alle
predikanten erop. Het grappige eraan zijn de taalfoutjes die
hun oorsprong vinden in het Markens dialect waar de ‘h’ vaak
ontbreekt. Zo zie je ‘Olysloot’ geschreven. En ‘Halmkerk’.
Marten van Altena is kerkrentmeester en brengt alle
scheepjes die aan het plafond hangen ter sprake. Oude
scheepjes, zoals een haringbuis uit de 16e eeuw. Eentje als
herinnering aan de Slag op de Zuiderzee. Of de VL92, die
bestaat nog in het echt, de Balder, nog van voor de oorlog,
maar het modelbootje is van na de oorlog. En een botter en
een hospitaalschip, zo heeft hij over elk bootje een
verhaal. Ook een logger met een stoommachine en een drijvend
net voor de visvangst.
Dirk Kes, de organist speelt een stuk. Met dit orgel kan als
begeleiding bij gezang maar ook een beroepsorganist kan hier
een recital geven. Het orgel bestaat uit twee delen. Het
pijpwerk in het hoofddeel van het orgel is hergebruikt van
het eerdere orgel boven de preekstoel. De gebroeders Van
Vulpen hebben dat zo gedaan. Er staan nog 60 pijpen achter,
als het basinstrument. En het rugdeel is een klein orgeltje,
voor een extra effect bij een concert.
De Grote Kerk is ook een trouwlocatie, ook voor een
niet-kerkelijke bruiloft.
|
|