|
In 2023 geldt er een prijsplafond op energie voor
huishoudens en andere kleinverbruikers. Dit betekent dat zij
tot een bepaald gebruik niet meer betalen dan een maximale
prijs voor gas, stroom en stadsverwarming. Door dit
prijsplafond krijgen de meeste huishoudens korting op hun
energierekening.
Maximumtarief voor energie tot een bepaald gebruik
Tot een verbruik van 1.200 m3 gas, 2.900
kilowattuur (kWh) elektriciteit en 37 gigajoule (GJ)
stadsverwarming gelden in 2023 maximale tarieven. Deze
tarieven zijn (inclusief belastingen):
■
€ 0,40 per kWh elektriciteit;
■
€ 1,45 per m3 gas;
■
€ 47,38 per GJ stadswarmte.
De meeste huishoudens krijgen hierdoor korting op hun
energierekening. De overheid betaalt deze korting.
Huishoudens en andere kleinverbruikers hoeven niets te doen
om deze korting te krijgen.
Wie meer energie verbruikt, betaalt daarvoor het tarief uit
het energiecontract. Is het tarief in het contract lager dan
het tarief van het prijsplafond? Dan geldt voor het totale
verbruik het tarief uit het contract. Niemand is dus duurder
uit. Het prijsplafond geldt zowel voor variabele als vaste
contracten.
Kleinverbruikers vallen onder het prijsplafond
Het prijsplafond geldt voor
kleinverbruikers. Onder kleinverbruikers valt iedereen met
een kleine energieaansluiting. Bijvoorbeeld huishoudens,
zzp’ers, kleine bedrijven en verenigingen. Het gebouw met de
aansluiting moet wel bedoeld zijn om in te wonen of te
werken. Bijvoorbeeld een woning, kantoor of café. Het
prijsplafond geldt bijvoorbeeld niet voor een garagebox met
een aparte aansluiting en eigen energiecontract.
Verdeling maximaal gebruik voor en na energierekening
Het prijsplafond geldt van 1 januari tot en met 31 december
2023, maar veel huishoudens krijgen hun jaarlijkse
energierekening in de loop van het jaar. Daarom is het
maximale verbruik bij het prijsplafond (1.200 m3
gas en 2.900 kWh stroom) verdeeld in 2 delen. 1 deel vóór de
jaarlijkse energierekening en 1 deel na de jaarlijkse
energierekening.
In de winter wordt er meer energie gebruikt dan in de zomer.
Daar is bij deze verdeling rekening mee gehouden.
Rekenvoorbeeld verdeling maximaal verbruik
Een huishouden krijgt op 13 april de jaarlijkse
energierekening. Van 1 januari tot en met 12 april mag dit
huishouden 610 m3 gas en 976 kWh stroom gebruiken
tegen de maximale tarieven van het prijsplafond. Gebruiken
zij meer? Dan betalen ze het tarief uit hun
energiecontract.
Van 13 april tot en met 31 december mag dit huishouden nog
590 m3 gas en 1.924 kWh stroom gebruiken tegen de
maximale tarieven van het prijsplafond. Het maakt niet uit
hoe hoog hun verbruik was voordat zij op 13 april de
jaarlijkse energierekening kregen. In totaal mogen zij door
deze verdeling in 2023 1.200 m3 gas en 2.900 kWh
stroom gebruiken tegen het maximale tarief van het
prijsplafond.
Voorbeeld
van deze berekening in pdf
|
|