|
De vraag naar betaalbare woningen is groot, ook in
Waterland. Daarom heeft het college van Waterland een nieuwe
woonruimteverdeling voorgesteld. Van alle huizen die in
gemeente Waterland gebouwd worden, wordt minimaal 30%
sociale huur, minimaal 30% betaalbare woningen en maximaal
40% vrije sectorwoningen. Met dit nieuwe 30-30-40-beleid wil
het college de betaalbaarheid van nieuwe woningen
waarborgen.
Het college wil dat er met name betaalbare woningen komen
voor huishoudens met lage en middeninkomens, waar de vraag
naar woningen het grootst is. Sociale huurwoningen zullen
minimaal 30% van het nieuwe woningaanbod bevatten. De 30%
betaalbare woningen zijn huurwoningen met een maximale huur
van ongeveer 1000 euro per maand of een maximale
(ver)koopprijs van 355.000 euro.
Wethouder Wonen Ton van Nieuwkerk: “Ik ben blij met dit
beleid voor een sociale verdeling van de woonruimte. Hiermee
vergroten we het aantal beschikbare woningen voor inwoners
met lage en middeninkomens.”
Kleine projecten met slechts 1, 2 of 3 woningen hoeven
vanwege de haalbaarheid niet te voldoen aan deze
woonruimteverdeling. Voor nieuwbouwprojecten waarbij het
onmogelijk blijkt minimaal 30% sociale huurwoningen te
realiseren, is een compensatieregeling opgesteld. Dit houdt
in dat de initiatiefnemer een bedrag per niet gerealiseerde
sociale huurwoning betaalt. Dit geld wordt vervolgens
gebruikt om in andere nieuwbouwprojecten extra sociale
huurwoningen te realiseren. Om ervoor te zorgen dat
betaalbare koopwoningen betaalbaar blijven, is een
anti-speculatiebeding en een zelfbewoningsplicht verplicht
gesteld.
Op donderdag 1 of donderdag 8 juni zal de gemeenteraad de nieuwe
woonruimteverdeling tijdens de raadsvergadering behandelen,
waarna op donderdag 15 juni een besluit wordt genomen over dit
voorstel van het college.
|
|